Wie is de reisleider?

Wie is de reisleider? Ooit een tv-programma in de tijd dat ik de opleiding deed tot reisleider. Dagtochten voorbereiden, organiseren en begeleiden vind ik leuk om te doen. Een tweedaagse trip ook nog wel. Maar twee weken met 65+ ers op reis door India, China of Italië reizen en al hun problemen oplossen, dat is andere koek. Ik zou van minder een migraineaanval krijgen. Alleen zijn er soms van die dingen die je niet in de hand hebt, zoals als de reisleiding wordt weg bezuinigd de laatste twee stranddagen in Zuid-India. Dan denk je: ‘In een strandresort kan er niks geks gebeuren, dan heb je gewoon twee dagen rust’. Niets is minder waar.

Reisleidster Irma had me gevraagd of ik de transfer naar de luchthaven wilde begeleiden. Ontbijtboxen uitdelen, koffers tellen, mijn medereizigers tellen, uitchecken van de groep, fooi voor de buschauffeur uitdelen en zijn helper en de groep tot aan de gate brengen. De fooi had ik netjes opgeborgen, ik zou als een moederkloek ervoor zorgen dat iedereen veilig op de luchthaven kwam. Dat was te doen, leek me.

Tijdens de afscheidsborrel maakte ze de grap: ‘Oh ja, jongens, ik ga dus vannacht naar huis, maar als er de komende twee dagen iets is, Diandra is ook gediplomeerd reisleidster en kan jullie dan helpen.’

 

De volgende ochtend werd er om 7.30 uur op mijn hotelkamerdeur geklopt. Ik was nog ietwat versuft, want we hoefden eens niet om 8 uur in de bus te zitten en om 7 uur de koffers bij de deur te zetten. Housekeeping? Nee, die kondigen zich normaal aan door drie keer “Housekeeping!!”  te roepen en dan pas voorzichtig binnen te komen. Met mijn duffe hoofd heb ik de deur opengedaan en reisgenoot Cyril stond in paniek voor de deur. Of ik wist welke hotelkamer reisgenoot Paul, die kinderarts was, had. Heel typisch: in groepsreizen reizen altijd artsen mee, grappige homo’s, avontuurlijke weduwen en gepensioneerden die hun geld opmaken.

Ik had geen idee waar Paul was, dus ik bood aan om me snel te douchen en naar de ontbijtzaal te komen. Daar was Paul ook niet te bekennen, alsof hij het voorvoelde. Artsen zijn ook altijd de lul op reis, want er wordt altijd iemand ziek. Zeker in India. De vrouw van Cyril had een gezwollen enkel, door een insectenbeet opgelopen in de backwaters van Kerala. Dat zag er niet fris uit. Met hun toestemming ben ik bij de receptie een dokter gaan bellen en we konden een uur later al terecht. Dan gaat mijn noodplan in werking: Paspoort, verzekeringspasje, creditcard, zakdoekjes, flesje water, alle facturen bewaren, alle verpakkingen van medicijnen bewaren, alles fotograferen en uiteindelijk een Fit to Fly vragen aan de arts. Anders kun je op de terugvlucht worden geweigerd. En je wil maar één ding: zo snel mogelijk naar huis.

Het hotel bracht ons naar de dokter die zeer kundig was, bloed prikte, antibioticum voorschreef een gel om de wond af te dichten mee gaf. De uitslag van het bloedonderzoek zou de dag er na komen. Cyril was bijna mijn tweede patiënt, die stond op kiepen door alle commotie en heb ik in een andere ruimte moeten zetten. Zijn vrouw, moeder van drie kids, kon het prima handlen en ik heb gecheckt of de naalden steriel uit de verpakking kwamen. Ja, zo achterlijk zijn ze in India nu ook weer niet.

In de groep gonsde het later over wat ze ook zou kunnen hebben en het werd met het uur spannender. Nog even en haar voet, of nee, haar hele been zou geamputeerd moeten worden.

In de tussentijd hebben we een melding gedaan bij Eurocross, zodat alles vergoed zou worden. De mevrouw aan de telefoon verstond het Zeeuws Vlaamse accent van Cyril niet en kreeg mij toen aan de lijn: ‘Eerst heb ik iemand uit Zeeland die ik niet versta en nu u uit het zuiden des lands’, zei ze. Tsja, ze had het er maar mee te doen.

Vervolgens heb ik de hulplijn van Fox Reizen gebeld of er misschien een lokaal agent kon helpen. ‘ Mevrouw, mag ik vragen waarom u ons eigenlijk belt en meneer en mevrouw niet zelf?’. Nou, omdat meneer en mevrouw slechts 3 woorden Engels spreken, helemaal van de kaart zijn, niet weten wat ze moeten regelen in noodgevallen en blij zijn dat ze geholpen worden. Met die mevrouw van Fox zou ik bij thuiskomst nog een appeltje te schillen hebben. Reisleidster Irma had ik inmiddels ook al geappt, die ook een klacht zou indienen bij het hoofd reisleiding en met op elkaar afgestemde verhalen.

Inmiddels was het dag twee, de dag van de bloeduitslag, die gelukkig best ok was. Ik had dokter Paul mee gevraagd om deze uitslag aan ons uit te leggen. De Fit to Fly werd verstrekt en we konden voor het eten even samen borrelen om te vieren dat het goed zou komen.

De dag van vertrek (die ontbijtboxen en fooi uitdelen was peanuts vergeleken bij de laatste twee dagen waarin ik geen strand had gezien) was aangebroken. En na de Security check zat ik even rustig, dacht ik. ‘Diandra! Diandra! Ik ben mijn iPad kwijt!!’ 

Reisgenote Annie kon na de security check haar iPad niet meer vinden en die had ze toch echt in zo’n blauw bakje gedaan. Ook Annie sprak iets van 20 woorden Rotterdams Engels. Op naar de security mannen en hun blauwe bakjes. Waarom stonden daar twee bakjes apart op een bureau? ‘ Can I ask you what is those two trays?’ En ja hoor, de iPad van Annie. Eind goed, al goed. Bij thuiskomst kwam een kaartje met bloemen van Cyril en Lilianne en gelukkig was ze aan de beterende hand. Dit waren dus maar 2 dagen, kun je nagaan wat er in 2 weken India kan gebeuren.